Via partner

Dorst , Esther Gerritsen

Artikelnummer: 9789044532531
Artikel 472 van 480
€ 5,00 (inclusief btw)
Overzicht

KLIK HIER OM TE BESTELLEN VIA PARTNER

Coco en haar moeder Elisabeth zien elkaar sporadisch en lopen elkaar op een dag bij toeval tegen het lijf.
De moeder vertelt tussen neus en lippen door dat ze niet meer lang te leven heeft.
Coco blijft in verwarring achter.
Bij haar vriend en haar vader vindt ze geen steun. Coco zal het zelf met haar moeder moeten oplossen. En laten ze daar nu geen van beiden goed in zijn.

Als Coco en haar moeder Elisabeth elkaar op een dag bij toeval tegen het lijf lopen, vertelt de moeder tussen neus en lippen door dat ze niet lang meer te leven heeft. Coco voelt zich verantwoordelijk en trekt bij haar moeder in. Terug in het ouderlijk huis pakt Coco haar oude drankgewoontes weer op. Hoelang verdraagt de zieke Elisabeth haar dochter om zich heen?

 

MENINGEN:Dit bescheiden boekje vind ik een waar voorbeeld van Nederlandse literatuur. Over het algemeen ben ik niet zo gecharmeerd van wat Nederlanders literatuur noemen. Dit werkje 'Dorst' is van zo'n hoog en origineel gehalte dat het gewoon een voorbeeldfunctie vertoont. Esther neemt de lezer bij de hand en voordat je het weet beland je, in plaats van de hoofdpersoon, aan het sterfbed van de autistische moeder. Toch maar beter niet lezen in je vakantie, want hoe luchtig de stijl ook is, de inhoud van het verhaal heeft een diepe lading.
Nee, de illustratie op de voorkant is níet toevallig gekozen!

Elisabeth en Coco, moeder en dochter ze hebben een moeizame relatie. Ze zien elkaar alleen nog op verjaardagen. Toevallig komen ze elkaar tegen, Elisabeth heeft Coco iets te vertellen, nl. dat ze kanker heeft in een vergevorderd stadium en het niet meer lang zal maken.
Coco's ouders zijn lang geleden gescheiden. Elisabeth werkt bij een lijstenmakerij daar doet zij hoofdzakelijk vergulden,zij is er erg goed in. Maar nu kan ze het niet meer omdat haar handen steeds erger gaan trillen. Coco studeert Russisch maar het ontbreekt haar aan doorzettingsvermogen. Zij heeft een relatie met Hans, een man van middelbare leeftijd, deze relatie loopt op zijn eind. Coco besluit bij haar moeder in te trekken om haar de laatste tijd bij te staan en te verzorgen.
Elisabeth schrikt hiervan, maar besluit haar moederrol goed te spelen. Ze doen beiden hun best om er samen wat van te maken. Praten valt niet mee. Het lijkt wel alsof ze beiden een rol spelen en bang zijn om uit hun rol te vallen.
Elisabeth en Coco zijn twee tegenpolen. Elisabeth houdt van rust en structuur en Coco is chaotisch, druk, wild en gulzig. Dit laatste vooral met sex hoe harder hoe liever. Ze vallen thuis weer terug in hun oude eigen taal, Elisabeth noemde haar dochter vis. Toen Coco klein was glibberde ze altijd uit haar armen. Coco noemde haar moeder viswijf. Hieraan kun je zien dat ze zich toch verbonden voelen. Ondanks dat, voelen ze zich ongemakkelijk in hun relatie. Dit komt vooral naar voren door hun warrige, soms lachwekkende en pijnlijke dialogen.
Een boek waar heel veel inzit, en vragen oproept. Heel mooi en duidelijk geschreven.

Geen normaal mens komt er in dit boek voor. Karakters onvoldoende uitgediept. Die alcoholische vader is ineens een aardige vader. EN al die sex: oninvoelbaar.
Dat maakt het hele boek voor mij oninvoelbaar. Makkelijk hoor, om een boek bij elkaar te typen als je 2 patienten als hoofdrolspelers neemt. Waarmee ik trouwens geen enkele negatieve opmerking bedoel naar onze autistische medemensen: die zijn immers in het algemeen hardwerkende volhouders, die de waarheid spreken en zich aan normen en taken houden. een misser dit boek

Het gebeurt me niet zo vaak, maar dit boek heb ik onmiddellijk een tweede keer gelezen. Het bijzondere zit hem in de manier waarop Gerritsen de personen vanuit hun eigen perspectief neerzet. Geen gewone relatie trouwens, niet de liefhebbende moeder, maar ook niet de overbezorgde dochter. Moeder is nauwelijks in staat tot intermenselijk contact en is dan ook niet blij met het feit dat haar dochter haar in haar laatste levensfase wil verzorgen. Ze is liever alleen. De dochter heeft wel contacten, maar eigenlijk is ook zij, mede door haar verleden, heel eenzaam. Kortom, een prachtig boek, lezen zou ik zeggen!

 Ik heb dit boek gekocht n.a.v. de diverse goede reviews in kwaliteitskranten, prijsnominaties, etc. Daarnaast maakte de korte beschrijving op de flap nieuwsgierig: moeizame moeder-dochter relatie en confrontatie met stervende moeder, waarbij ik het nodige vuurwerk in de dialogen had verwacht. Al snel blijkt dat beide dames in feite psychiatrische patienten zijn. "Normale" gesprekken zijn dan ook niet mogelijk, interessante helaas ook niet. De auteur had de moeder ook blind kunnen maken en de dochter doof en daarmee ongeveer hetzelfde niveau van communicatie kunnen bewerkstelligen. Gaandeweg wordt het verhaal steeds ongeloofwaardiger en begint het op een parodie op Nederlandse films uit de jaren '70 te lijken. Ik heb het met moeite uit gelezen. De enige reden voor een tweede sterretje is het originele taalgebruik met sterke, korte zinnen.

Tussen de Overtoom en de overloop van een sterfhuis beleven moeder Elisabeth en dochter Coco voor de laatste keer de onmogelijkheid van hun contact. Contact, net als water, kan levensreddend zijn of levensbedreigend, en een mens moet wat maatschappelijk handig zijn om met het onderscheid ertussen overweg te kunnen. Deze moeder en dochter zijn daar geen ster in. Op de Overtoom, waar ze elkaar bij toeval van verre zien, wenden ze zich niet af, en dat is heel wat. Zij houden in en stoppen zelfs: Elisabeth houdt Coco terloops haar apotherstas met palliatieve middelen bij terminale kanker voor en denkt hoeveel eenvoudiger het gesprek hierover met haar kapper is. Coco denkt hoeveel makkelijker een telefoongesprek hierover zou zijn. Toch trekt Coco wat later bij haar moeder in.
Vanuit het wisselende perspectief van deze twee vrouwen krijgen we het verhaal over hun mislukkend contact te lezen. In een doordraaiende deur van onmacht inspecteren beiden hun denken en doen. Willen ze toch samen die deur door?
Het is niet de eerste keer dat de auteur het thema van ongemak en psychisch-sociale onhandigheid aan de lezer aanbiedt en ze is er mee opgevallen. In 1999 kreeg zij een theaterprijs, in 2005 de Dif/BNG Nieuwe Literatuurprijs en in 2011 een Librisnominatie. En nu is er Dorst.
Daarin heeft Coco, 24, zich voorzien van een oudere man als geliefde, zij wil over hem kunnen beschikken en ze wil hem alles kunnen zeggen. Daartoe is ze bereid de juiste tekst te leveren in hun omgang. Ondertussen staat ze stijf van boze angst, zeker als deze Han, haar moeder interessant vindt nu zij stervende is. Hem vertelt Coco over vroeger, niet minder interessant, dat ze littekens heeft op haar lijf van de keer dat ze door de serreruit is gefietst, en op haar ziel. Dat komt doordat ze door moeder, toen ze twee was, langdurig op haar kamertje is opgesloten. Toch was er toen ook een gladde en tegenspartelende intimiteit: van vis, Coco, en viswijf, moeder Elisabeth, die de vis niet houden kon. Maar Coco wilde iets anders; ze wilde het water worden, en niet de vis zijn (p.150).
Elisabeth lijkt contact met de spullen in de lijstenmakerij, waar ze werkte, te missen en de macht die ze had over hout. Macht over haar ledematen verliest ze ook. Haar man kon ze niet houden, haar dochter niet, de spullen niet, en het leven zal ze ook niet kunnen vasthouden.
Elisabeth haalt nog één maal kruipend de overloop en draait de sleutel van Coco’s kamer om, zoals vroeger. Coco is intussen ongeveer kruipend op zoek geweest naar seks om te onderzoeken of ze nog leeft. Er volgt een sleutelscene. Ook hangt een notie in de lucht dat indertijd Coco’s dood na het serre-incident Elisabeth niet onwelkom zou zijn geweest. Moet Coco nu opnieuw opzettelijk vaart maken om door de ruit te springen om in een andere werkelijkheid terecht te komen ( p.216)?
In beelden van brekend glas en van drank die geen dorst lest wordt een klein verhaal van grote nood in en tussen moeder en dochter verteld. De titel Dorst doet mij denken aan de dorst van Jezus in doodsnood. Hij krijgt van zijn vijanden zure wijn te drinken voor zijn dorst, terwijl het bloed al vloeit; in dit verhaal klotst er ook veel zuurs tussen moeder en dochter, maar echte vijanden lijken ze niet. Dit pseudo-Christusmotief is ook te zien in de vis, die Coco nie wil zijn en die wel het Christussymbool in de oudheid is. Deze motieven geven het verhaal een mythische, en ook archetypische potentie.
Maar dit moeder-dochter verhaal kent geen verlossing en naar closure zou je ook tevergeefs zoeken. Ze hebben gepoogd de doodsrivier – een antiek maar geen christelijk symbool - van de Overtoom over te steken, maar , anders dan in het ouderwetse kinderliedje, wordt daar geen ‘zoete melk met room’ geserveerd. Constateren dat moeder en dochter op elkaar lijken in hun contactuele onmacht, en dat dit de lezer op een geserreerde en onsentimentele manier wordt geserveerd via verschillende metaforen, is waar we het mee moeten doen. Brokken op de Overtoom.

Gewicht
0,246 Kg

Uit jaar:
2012-2016

Uitvoering:
Paperback

Uitgever(Label):
De Geus, Breda

Omslagontwerp (Vormgeving omslag):
Studio Kluif

Omslagillustratie:
Shutterstock

Auteursfoto (Portretfoto):
Károly Effenberger

Aantal pagina's
216 excl. Dankwoord

NUR/NUGI
301 Literaire roman, novelle

Winkelwagen

Geen artikelen in winkelwagen.

Links

DVDs

Videogames

Games

© 2018 - 2024 Zoek2ehands.nl - Zoek 2ehands | sitemap | rss